Tweede Kamerlid Eppo Bruins verruilde een hoge positie in de wetenschappelijke wereld voor het Kamerlidmaatschap. “Door mijn achtergrond begrijp ik rekenmodellen heel snel en doorzie ik het als er fouten worden gemaakt. Op sommige ministeries klinkt het: ‘Oh, nee, daar zijn die vervelende vragen van meneer Bruins weer.’”
In dit interview spreekt hij over geloof, zijn doortastende manier van politiek bedrijven, corona én hoe hij God ziet werken in de Tweede Kamer.
Je groeide op in een niet-christelijke familie, zo is te lezen op Wikipedia. Hoe zou je je gezin typeren?
“Ik zou mijn moeder verdriet doen als ik mijn opvoeding niet-christelijk zou noemen, maar het geloof kwam niet ter sprake. We lazen thuis ook niet in de Bijbel.
Ik groeide op in een standaard Nederlands gezin in Apeldoorn, met twee kinderen en een hond. Mijn vader was echt een techneut, hij werkte hard. Mijn moeder werkte een paar uur in de week, maar ze was voornamelijk huisvrouw.”
Op je achttiende kwam je tot bekering, hoe gebeurde dat?
“Vanaf mijn zestiende speelde ik piano bij een christelijk gospelkoor in Apeldoorn. Normaal gesproken zeiden de teksten me niet zoveel en was ik vooral bezig om goed piano te spelen. Maar op een avond mocht ik lekker meezingen, omdat ze geen pianist nodig hadden.
“Totdat we kwamen bij de regel ‘every knee shall bow, every tongue confess that jesus Christ is Lord’. Bij die zin stokte alles en kwam het heel dichtbij. God raakte mij aan.”
De dirigent sprak over de inhoud van het lied en zei: ‘Dit lied kun je niet zingen als je niet gelovig bent’. Ik besloot het toch te zingen. Totdat we kwamen bij de regel ‘every knee shall bow, every tongue confess that Jesus Christ is Lord’. Bij die zin stokte alles en kwam het heel dichtbij. God raakte mij aan. Toen ben ik bewust gaan geloven.”
Innerlijk conflict
Dat bracht Eppo wel in een innerlijk conflict, vertelt hij. “Mijn eerste gedachte was: ‘Het is allemaal tóch waar.’ Maar de jaren daarna werd het ook moeilijk. Ik ben een enorme denker, een echte bèta. Ik beredeneer veel. Maar dit was een emotioneel moment. Het overschreed mijn verstand.”
“Eerder dacht ik namelijk dat je als intelligent persoon niet kunt geloven, maar nu kwamen mijn verstand en mijn gevoel met elkaar in botsing. In die jaren die volgden bleef ik veel onderzoek naar het geloof doen, maar was ik ook erg kritisch. Wat mijn geloof overeind hield, was vooral die ene ervaring.”
“Het is zó ontzettend bewezen Jezus historisch bestaan heeft. Toen kwamen hart en hoofd samen. Ik noem het een tweede bekering”
Totdat hij achttien jaar later, op zijn 36e, – na veel boeken te hebben gelezen -, ontdekte dat je ook met je verstand kunt beredeneren dat Bijbelverhalen ook wetenschappelijk betrouwbaar zijn, vertelt hij. “Ik verdiepte me er enorm in, ik ben wetenschapper en benaderde mijn zoektocht ook historisch-wetenschappelijk. Ik kwam tot de conclusie dat dan geloven eigenlijk de enige logische optie is”, zegt hij lachend. “Het is zó ontzettend bewezen dat Jezus historisch bestaan heeft. Toen kwamen hart en hoofd samen. Ik noem het een tweede bekering, ik voel me geheel en geheeld. Ik werd – in alle bescheidenheid – een nieuwe schepping.”
Hoe kwam je in de Tweede Kamer terecht?
“Ik ben als natuurkundige opgeleid, ik ben gepromoveerd in de kernfysica. Ik werd onder andere instituutmanager bij het Leids Instituut voor Onderzoek in de Natuurkunde) en later directeur bij Technologiestichting STW.
Zonder politieke ervaring kwam ik op de lijst van de ChristenUnie terecht. Dat was een volledig nieuwe stap. Het gebeurt niet vaak dat mensen vanuit een hoge maatschappelijke positie naar de Kamer gaan. Vaker zijn het mensen met al een lokale of provinciale politieke carrière die op de lijst komen.”
Bruins kwam op een hoge, verkiesbare positie terecht. “Dat was wel even schrikken. Maar uiteindelijk was het toch mooi dat ik me ten dienste van de samenleving kan inzetten. Ze zagen me als een fris iemand die inhoudelijk sterk in z’n schoenen staat. Ik ben dankbaar voor het vertrouwen en de kans die ik kreeg.”
Hoe ziet je portefeuille eruit?
“Ik heb een technisch ‘harde’ portefeuille, veelal gericht op financiën. Dat past goed bij mij. Als ik een grafiek zie, kan de informatie snel verwerken, omdat ik makkelijk verbanden en structuren zie. Het voordeel daarvan is dat je snel redeneerfouten doorziet en de plek aanwijst die niet klopt.”
“Ik weet via via dat er ministeries zijn die mij lastig en vervelend vinden. Dan zeggen ze: ‘Oh, daar is die meneer Bruins weer.”
Eén van de dossiers waar hij in zit, is het ‘luchtvaartdossier’, waarbij hij bezig is met onder andere geluidsoverlast en stikstof. “Ik vind het zo leuk om de formules en rekenmodellen te bekijken, dat kan ik zelfs in het weekend doen. Ik check dan of het allemaal wel klopt. Zo ben ik een vasthoudend, en voor ministeries soms een irritant Kamerlid.”
“Door belangen van de overheid en het bedrijfsleven, maar soms ook gewoon door gemaakte fouten in procedures, staan de rechten van burgers onder druk.”
In het geval van de luchtvaart, staat Bruins bijvoorbeeld op de bres voor burgers die voor hun gevoel buitenspel staan als het gaat om hun inbreng over de uitbreiding van Schiphol. “Mijn taak als volksvertegenwoordiger is om hen te beschermen tegen de overheid en de luchtvaartsector. Door belangen van de overheid en het bedrijfsleven, maar soms ook gewoon door gemaakte fouten in procedures, staan de rechten van burgers onder druk.”
Over wantrouwen richting de overheid gesproken, hoe beleef je deze coronatijd, met alle ophef die het vanuit de maatschappij ook geeft?
“Dat maak ik zeer nadrukkelijk mee. Op dagelijkse basis krijg ik zo’n honderd mailtjes van boze mensen, en mijn collega’s van de ChristenUnie ook. Bij sommigen is de strekking hiervan dat Hugo de Jonge de duivel is, dat we via vaccins met een chip worden aangestuurd en dat er een nieuwe wereldorde komt. Dat vind ik wel heftig.”
“Ik zie Hugo van dichtbij als echtgenoot en vader, die zijn best doet als crisismanager om de crisis zo goed mogelijk op te lossen. Daarbij struikelt hij weleens, maar ik vind dat hij het integer doet. Natuurlijk is er in de wereld een geestelijke strijd bezig, maar ik vind het gevaarlijk als je het kwaad aan een persoon gaat koppelen.”
“Natuurlijk is er in de wereld een geestelijke strijd bezig, maar ik vind het gevaarlijk als je het kwaad aan een persoon gaat koppelen.”
“Bij het zien van het wantrouwen is het vanuit de politiek belangrijk om telkens weer uit te leggen waarom de maatregelen worden genomen die worden genomen.”
Laatst hielden we een interview met advocaat Arjan Hulsbergen, die vindt dat de grondrechten door de maatregelen flink onder druk staan. Hoe kijk je daarnaar?
“Als we verplicht moeten vaccineren, of wanneer de overheid kerken voorschrijft wat ze moeten doen, dan staan de grondrechten inderdaad onder druk. Maar dat is helemaal niet het geval. Sterker nog, de coronawet die nu opgesteld wordt, en waar zoveel om te doen is, is juist om ervoor te zorgen dat burgemeesters en ministers met noodverordeningen niet te veel macht krijgen.
Het brengt de macht weer terug naar het parlement.
Slogans die ik in de mail krijg, zoals ‘U laat Hugo de Jonge toch niet winnen?’, zijn dus wat mij betreft niet relevant.”
Je bent een evangelisch Kamerlid in een vooral traditioneel christelijke partij, hoe beleeft je het in deze partij?
“Ongeveer een kwart van onze achterban is evangelisch, maar het is wel een groeiende groep. Ik voel me prima thuis bij de ChristenUnie, omdat het een toekomstgerichte, hoopvolle partij is. Dat past goed bij de evangelische hoek. Ik vind het mooi dat ChristenUnie-Kamerleden allemaal beseffen dat het niet om ons gaat, of om onze carrière. Ik proef een zekere nederigheid. Dat maakt ons een sterk team.”
Ben je de persoon die vaak benaderd wordt voor de ‘evangelische belangen’?
“Ik merk vanuit de evangelische wereld weinig lobby. Ze zijn qua structuren minder georganiseerd, dus eigenlijk is het vanuit die hoek vrij rustig. Wel hoor ik vaak: ‘We bidden voor jullie!’. Laatst nog op station Ermelo, kwam er een man naar me toe die zei: ‘U staat al jaren op onze vaste gebedslijst.’ Het gebed draagt ons. Tegelijkertijd is de evangelische achterban ook een kritische achterban – en terecht – met name als het gaat om medisch-ethische onderwerpen.”
Hoe zie je als toegewijd christen God bewegen in de Tweede Kamer?
“Ik zie meer wonderen en wondertjes dan we in de krant kunnen vertellen. Ik zie zo vaak dat bij zware discussies, harten ineens zacht worden en dat er begrip ontstaat. Dat zagen we bijvoorbeeld bij het kinderpardon, in 2018, toen het CDA ineens overstag ging. Daar werden echt harten veranderd. Ik geef God de eer voor dit soort gebeurtenissen. Vaak bidden we ervoor en zie je de vruchten ervan.”
“Ze zijn positief verbaasd als ze merken dat je een persoonlijk geloof hebt, een persoonlijke relatie met God. Ze denken vaak dat het geloof alleen maar bestaat uit zondagsrust of ‘geen seks voor het huwelijk’.”
“Ook met collega-politici in de Kamer heb ik soms interessante gesprekken over het geloof. Ze zijn positief verbaasd als ze merken dat je een persoonlijk geloof hebt, een persoonlijke relatie met God. Ze denken vaak dat het geloof alleen maar bestaat uit zondagsrust of ‘geen seks voor het huwelijk’. Maar als je echt in gesprek komt over wat het leven met God betekent en de levende relatie die je met hem hebt, dan is dat een prachtige boodschap. Als christen ben ik iemand die zich geliefd weet door Jezus, daar spreek ik over. De Tweede Kamer is de binnenste sfeer van invloed, de impact van zulke gesprekken is heel mooi en heel reëel.”