Nu ik dit schrijf, is het alweer zondag! De weken lijken zich aaneen te rijgen. De dagen vliegen voorbij. Ik vind het niet erg. Doordat de tijd snel gaat, valt er altijd genoeg te beleven. Je moet het alleen willen zien! Daarnet in de auto vroeg één van de kinderen: ‘Ik moet nog een verhaaltje schrijven over een gebeurtenis. Wat is er deze week gebeurd?’ Ik kon zo een aantal voorbeelden van gebeurtenissen noemen. Je moet het alleen zien.
Vanochtend, in de kerkdienst was er ruim de gelegenheid om iets te delen. Sommigen deelden een getuigenis, anderen deden een oproep en weer anderen deelden een inzicht. De dienst werd geopend met een Bijbelvers. Dit was een vers, dat geschreven is door David. David opent de Psalm met dit vers – Psalm 9:2 HSV:
‘Ik zal de HEERE loven met heel mijn hart, ik zal al Uw wonderen vertellen.’
David wil God prijzen met zijn hele hart. Hij wil iedereen over alle wonderen van God vertellen. De wonderen van God. Wat doet dat met jou? Wat doet het jou, als iemand spreekt over de wonderen van God of over wonderen in het algemeen? Maakt het je dankbaar? Krijg je er jeuk van? Of – erger nog: vind je het irritant?
Onderdeel
Voor wonderen geldt – denk ik – hetzelfde als voor de gebeurtenissen in een voorbijrazende week: je moet het willen zien! Wil je dat niet, dan is de kans groot, dat je ze niet ziet. Wonderen heb je trouwens in vele soorten en maten. Grote wonderen, die grote groepen mensen versteld doen staan. Kleine wonderen, die alleen jou opvallen. Het zijn beide wonderen.
De blijdschap waarmee David deze Psalm opent en het enthousiasme waarmee hij wil vertellen over de wonderen, maakt dat je er onderdeel van wilt zijn. Het maakt nieuwsgierig. Welke wonderen zijn het? Ik denk dat als je David persoonlijk zou vragen, dat hij een lijstje voor je klaar had. Eén van de grootste wonderen was misschien wel de overwinning op Goliath.
David was onderdeel van de wonderen, die hij meemaakte. Toch eigende hij zich de wonderen niet toe. Het waren Gods wonderen. David schreef, dat hij iedereen over alle wonderen van God wilde vertellen. Hij was er wel onderdeel van, maar het waren Gods wonderen. Ik denk dat dit ook voor ons geldt: God wil ons onderdeel laten zijn, van de wonderen die hij in ons leven doet.
Ik wil iets persoonlijks met je delen: jaren geleden mocht ik – samen met iemand anders – voor een vrouw bidden. Ik kende deze vrouw als een geestelijke vrouw, die veel inzicht had.
Nu moet je weten, dat ik toen in de voorbereiding van die betreffende dienst een eigen aantekening in mijn Bijbel had nageslagen. Iemand deelde een tekst en daar had ik zelf, jaren daarvoor een verwijzing bij geschreven. Ik volgde deze verwijzing en las de betreffende tekst, maar sloeg er verder geen acht op.
God wil ons onderdeel laten zijn, van de wonderen die hij in ons leven doet.”
De vrouw – die om gebed vroeg, vroeg ons om een ‘woord van wijsheid’. Ik weet nog, dat ik geen idee had wat een ‘woord van wijsheid’ was, maar ook dacht: ‘Wat kan ik deze vrouw, wat kan ik deze zus in het geloof nu geven?’. We gingen bidden. Een ‘woord van wijsheid’ betekent – zo leerde ik veel later, dat je iets deelt, wat je eigenlijk niet kunt weten.
Tijdens het bidden moest ik opeens denken aan de Bijbeltekst, die ik even daarvoor gelezen had. Ik haalde deze tekst aan – ook deze tekst staat in de Psalmen en is geschreven door Asaf, een andere bekende psalmist – Psalm 77:14b-15a NBG51:
‘O God, in heiligheid is uw weg; wie is een God, groot als God? Gij zijt de God, die wonderen werkt, Gij hebt onder de volken uw macht doen kennen.’
Opeens moest ik denken aan de tekst aan het begin van Psalm 77:15: ‘Gij zijt de God, die wonderen werkt…’ Toen ik dat deelde, barstte de vrouw in huilen uit. Later deelde ze: ‘Ik verlang al twaalf jaar naar een wonder.’ Ze vertelde niet welk wonder dit was. God kende haar verlangen en maakte haar – door mij, die dit verlangen niet kende – duidelijk: ‘IK ben de God die wonderen doet!’
Dit alles maakte een diepe indruk op mij! God had mij onderdeel laten zijn van iets bijzonders. Het was één van de eerste keren, dat God door de Bijbel en door mij heen wilde spreken. Was dit een groot wonder? Was dit het wonder waar deze vrouw naar verlangde? Nee. Toch was het een wonder.
Opdracht
Dit voorbeeld maakte mij voor het eerst duidelijk, dat God wil dat wij onderdeel zijn van de wonderen, die Hij wil doen. Dat vind je ook in de Bijbel. Bij heel veel wonderen, zie je dat God de mens gebruikt. God wil wonderen doen, door de mensen die Hem volgen. God liet door Mozes de zee splijten, zodat de doortocht mogelijk was. God gaf David de overwinning op een onoverwinnelijke vijand. God liet Elisa een jongen uit de dood opwekken.
Dit zijn voorbeelden uit het oude testament. Ook in het nieuwe testament zijn veel voorbeelden te vinden. Natuurlijk kennen we veel wonderen, die de Here Jezus als mens deed. Maar er zijn ook andere voorbeelden: Petrus en Johannes die een verlamde bedelaar lieten lopen. Ananias die Saulus de handen oplegde, zodat hij weer kon zien. En ook Stefanus, een man vol geloof en vol kracht deed grote wonderen.
Nu denk je misschien: Ja, dat was toen. Of: dat waren profeten of apostelen. Of: dat is niet voor mij. Dat waren allen bijzondere dienstknechten van God. Het waren mensen met een speciale bediening. Nee. Petrus en Johannes waren discipelen en apostelen. Ananias en Stefanus niet. Dat waren gewone mensen, zoals jij en ik. Natuurlijk waren het bijzondere mensen. Maar dat zijn jij en ik ook!
Wij zijn gewone, bijzondere mensen, die God wil gebruiken om wonderen te doen. Sterker nog: Jezus geeft onszelf de opdracht om dat te doen. Ik wil daarover nog twee Bijbelverzen met je delen. Het zijn woorden die Jezus zelf sprak. Hij sprak tot Zijn volgelingen en tot allen die geloven. Toen Jezus sprak over de wonderen die Hij deed, deelde Hij het volgende – Johannes 14:12 HSV:
‘Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Wie in Mij gelooft, zal de werken die Ik doe, ook doen, en hij zal grotere doen dan deze, want Ik ga heen naar Mijn Vader.’
Wie in Jezus gelooft, zal wonderen doen. Vlak voor Zijn hemelvaart herhaalt Jezus de boodschap – Markus 16:17-18 HSV:
‘En hen die geloofd zullen hebben, zullen deze tekenen volgen: in Mijn Naam zullen zij demonen uitdrijven; in vreemde talen zullen zij spreken; slangen zullen zij oppakken; en als zij iets dodelijks zullen drinken, zal het hen beslist niet schaden; op zieken zullen zij de handen leggen en zij zullen gezond worden.’
Jezus zegt zelf: ‘De mensen die geloven, zullen deze wonderen doen.’ Geloof jij? Dan kun jij deze wonderen doen. Het is geen speciale bediening. God wil ook door jou heen werken. God wil jou wonderen laten doen. God wil tot jou spreken en jou laten handelen. Echt. Vraag Hem maar. Je zult het zien.
Zegen!
Tim Meijer
Tim is man, vader, ondernemer, schrijver en spreker. Tim (1982) is getrouwd met Harmanna en vader van vier kinderen. Hij geeft samen met twee partners leiding aan drie bedrijven. Wekelijks deelt hij zijn gedachten en doet daarbij de Bijbel open. Op dit moment schrijft hij aan zijn eerste boek.
Lees hier meer overdenkingen van Tim.