Mirjam Bikker, CU-woordvoerder op het coronabeleid, heeft elke dag haar mailbox vol met bezorgde mails. Een meer emotionele tijd om ChristenUnie-Kamerlid te zijn is er niet vaak geweest. “Als mensen bang zijn om hun baan te verliezen vanwege hun vaccinatiestatus, dan raakt dat mij ook.” In dit interview met revive.nl gaat ze in op de vragen die momenteel spelen.
Een van de oplossingen die de ChristenUnie aandraagt tegen de tweedeling in de maatschappij, is de 1G-maatregel, waarbij iedereen zich zou moeten laten testen voor toegang. Dat heeft als effect dat ook ongevaccineerden nog mogelijkheden behouden een café of zwembad in te komen.
Hoewel minister De Jonge hier niet mee verder wil gaan, is de ChristenUnie nog altijd overtuigd van de waarde van dit wat prijzige, maar wel inclusieve voorstel. Bikker vertelt:
“Het is heel simpel: wat mij betreft is 2G geen heilzame weg. Ik heb principiële bezwaren tegen het uitsluitend toelaten van mensen die gevaccineerd zijn of genezen zijn van een corona-besmetting, omdat het andere mensen uitsluit.
Tegelijkertijd is het te makkelijk om alleen maar ‘nee’ te zeggen als je ziet wat de huidige gezondheidssituatie in ons land is. Er zijn al teveel partijen die overal maar ‘tegen’ zijn, waarvan ik dan denk: met zo’n besmettelijk virus hebben zo snel heel veel mensen extra zorg nodig. Tegen alle maatregelen zijn, zonder alternatief is eigenlijk dus een keuze voor overbelaste ziekenhuizen, overwerkt zorgpersoneel en een tekort aan zorg voor kwetsbare mensen.
Ik zie het als mijn plicht om dan met een alternatief te komen. Op de plekken waar het kabinet 2G-beleid voorstelt, stellen wij 1G voor: iedereen testen. Een alternatief waarmee we het samen doen én tweedeling voorkomen tussen mensen die wel en mensen die niet mee mogen doen in de samenleving. Ons alternatief van ‘1G’ wordt nu verder uitgewerkt zodat de Tweede Kamer bij de behandeling van de wet een keuze kan maken: 1G, 2G of misschien nog andere alternatieven. Voor ons is duidelijk waar wij voor kiezen: ons eigen 1G-voorstel.”
U stemde in mei 2021 in met de lancering van het coronatoegangsbewijs (ctb). In september stemde u tegen, omdat u vond dat er niet genoeg naar alternatieven zoals mondkapjes of thuiswerken werd gekeken. In oktober echter, stemden jullie toch voor het ctb in zwembaden en sportscholen. Veel mensen die hier grote nadelen van ondervinden, vragen zich af: waar staan jullie precies?
“Mijn principes zijn dat de zorg het moet volhouden, dat we kwetsbaren moeten beschermen en dat we tweedeling en uitsluiting moeten voorkomen. Welk voorstel er ook langskomt, dát zijn mijn ijkpunten.
In deze crisis betekent dat dat we voortdurend een weging moeten maken tussen verschillende grondrechten en vrijheden, die voor mij heel zwaar wegen, en de gezondheidssituatie in ons land, die ik óók heel belangrijk vind. Dat opkomen voor de volksgezondheid is ook een grondwettelijke taak van de overheid.
Dus moeten we onszelf de vraag blijven stellen of maatregelen proportioneel zijn of dat er alternatieven zijn die bijvoorbeeld minder ingrijpend zijn.
Op die manier hebben we ook steeds het coronatoegangsbewijs gewogen: is het nodig? Zijn er minder vergaande alternatieven? Afhankelijk van de gezondheidssituatie in ons land kun je dan op verschillende momenten op verschillende antwoorden uitkomen.
Als het gaat om 2G mag het duidelijk zijn dat ik die weging anders maak dan het kabinet: daar ben ik superkritisch op. Want juist door deze crisis moeten we samen heen komen.”
Een ‘afbeelding’ die veel circuleert op social media is dat de CU tegen de motie stemde om het aantal IC-bedden op te schalen naar het Europese gemiddelde – motie Van Haga/Van der Plas. Deze motie had mede door jullie inbreng geen meerderheid. Wat is hier het echte verhaal achter? Klopt het dat jullie geen extra IC-bedden willen?
“Natuurlijk willen wij extra IC-bedden en vooral IC-personeel. Als ChristenUnie pleiten wij al langer voor een zogenoemde ‘flexibele schil’. Dat wil zeggen dat de IC-capaciteit in tijden zoals deze verhoogd moet kunnen worden. Op andere momenten, als de nood niet zo groot is, kan dit personeel ergens anders aan de slag in de zorg. En natuurlijk, er moet flink worden geïnvesteerd in de zorg en het zorgpersoneel. Ik ben dan ook blij dat we afgelopen september samen met de SP 675 miljoen extra geld hebben kunnen regelen voor de salarissen in de zorg. Dat geld komt nu jaarlijks bij de begroting. De mensen die dag in dag uit in de frontline staan en ons zorg verlenen, verdienen alle waardering. En het wordt dan ook voor mensen aantrekkelijker om in de zorg te gaan werken, want daar zit het hem natuurlijk in: niet op het bed zelf, maar op de vraag of er iemand is die aan dat bed zorg kan verlenen.
Als ik die motieplaatjes iedere keer langs zie komen, dan zou ik bijna willen zeggen: trap er niet in. Het zijn gemakzuchtige moties, ze suggereren dat het probleem opgelost is en dat je als je tegen stemt overal tegen bent. Maar het verhaal ligt gewoon genuanceerder dan zo’n motie: die biedt geen échte oplossing voor het probleem en zeker niet op korte termijn: het opleiden van personeel duurt jaren. Met onze bevolkingsopbouw was er al een groot tekort aan zorgpersoneel en ondanks investeringen blijft dat een ingewikkeld probleem.
En dan nog: een opname op de IC is loodzwaar, voor de patiënt maar ook voor de familie en voor de mensen die zorg verlenen. Extra IC-bedden maken in dat opzicht de situatie voor de mensen die erop komen te liggen echt niet dragelijker…”
Het voedt namelijk ook veel speculatie, waarbij mensen vraagtekens zetten bij de effectiviteit van de corona-aanpak en de motivatie om de problemen écht aan te pakken. Hoe zien jullie dit?
“Dagelijks ontvang ik berichten in mijn mailbox van mensen die zich zorgen maken over het coronabeleid en de groeiende onrust in onze samenleving. En dat begrijp ik, want de zoveelste coronagolf lijkt ons wéér te overkomen. In de debatten stel ik daar ook kritische vragen over.
Ik denk dat we ons de afgelopen maanden veel te veel hebben gefocust op de golven en te weinig zicht hebben gehad op ‘de sterren’. Nu we weten dat corona niet zomaar weggaat, moeten we een langetermijnstrategie bepalen. Wie alleen maar vaart op de golven, verliest de koers. Het gevaar is nu dat we ons elke keer richten op een golf die over ons heen dendert en niet verder kijken. We moeten onze blik echt verder richten.
Maar tegen alle mensen die die vraag stellen, wil ik ook zeggen dat je kunt klagen over Den Haag, over regels, maar dat je de basismaatregelen en beperkingen niet moet opvolgen voor Den Haag. Dat doen we voor elkaar, om de ander te beschermen. Dus hou dat alsjeblieft vol, als iedereen de basismaatregelen goed zou naleven, hadden we veel minder beperkingen nodig.”
Wat is jullie stip op de horizon als het gaat om deze crisis, is er ergens hoop uit te putten dat we hier nog uitkomen?
“Zoals ik net al zei, de kans is groot dat we echt nog een poos met corona moeten leven. En dan zijn dezelfde principes belangrijk die ik al eerder noemde. Zorgen dat de zorg en het zorgpersoneel het volhoudt, dat we kwetsbaren beschermen en dat we tweedeling in de samenleving voorkomen.
Daarbij moeten we de verantwoordelijkheid zo veel mogelijk in de samenleving leggen. Juist daarom heb ik me altijd sterk gemaakt voor laagdrempelige testlocaties, gratis testen en het volop verspreiden van zelftesten. Als je op bezoek gaat bij bijvoorbeeld je kwetsbare oma is het misschien best verstandig om even een zelftestje te doen.
Maar als je me vraagt waaruit ik zelf hoop put, dan is dat niet in eerste instantie uit dat wat wij als mensen doen. ‘Samen krijgen we corona onder controle’ geeft blijk van een maakbaarheidsdenken dat veel te veel van de mens verwacht. Corona maakt niet optimistisch, overheidsbeleid is niet zaligmakend. Als christen heb ik dan een andere Hoop, met hoofdletter H. Aartsbisschop Tutu sprak ooit de prachtige woorden: ‘I’m not an optimist, I’m a prisoner of hope.’
Ik bid daarom ook dat we ons niet door angst of boosheid uit elkaar laten spelen, ook als we het hartgrondig met elkaar oneens zijn, maar dat we elkaar uiteindelijk vinden in de hoop die alles overstijgt.”
Wat zijn winstpunten van het beleid in de afgelopen 1,5 jaar waar jullie dankbaar voor zijn?
“Elke keer weer blijft het zoeken naar een weg waarin we als samenleving door deze crisis heen komen. De Tweede Kamer heeft de afgelopen 1,5 jaar heel wat uren gedebatteerd over het coronabeleid. En soms lukte het dan om het iets beter, iets dragelijker te maken voor kwetsbare groepen. Daklozen, bijvoorbeeld, voor wie mede door onze inzet extra hulp is gekomen.
Maar ik moet dan ook denken aan de vrouwen en mannen in de prostitutie. Eerder heeft ook mijn voorganger Stieneke van der Graaf zich hard gemaakt voor steun aan deze kwetsbare groep. Terwijl sectoren waren gesloten, werkten zij vaak onvrijwillig door. Een stille ramp voltrok zich daar. Juist omdat deze groep buiten de steunmaatregelen viel ben ik dankbaar dat deze mensen alsnog steun hebben gekregen.
Daarnaast denk ik ook aan de mensen met psychische problemen die gelukkig een uitzondering konden krijgen bij bepaalde ingrijpende maatregelen zoals de avondklok. Het lijken soms kleine aanpassingen maar ik geloof dat dit echt verschil kan maken. En niet alleen dichtbij huis, ook verder weg. Als de omgang met kwetsbaren alles zegt over wat voor land we zijn, dan kunnen we onze ogen niet sluiten voor de nood over de grens. Juist daarom hebben wij altijd gepleit voor grootschalige donatie van vaccins aan derdewereldlanden.”
We hadden laatst een interview met een jong gezin dat door het QR-beleid zeer beperkt is, maar zich principieel niet wil laten vaccineren. Gezien de trends en de uitspraken van het kabinet over QR-codes op het werk, is hun verwachting dat ze binnen een aantal maanden beiden werkloos zijn. Wat betekenen deze verhalen voor jullie? Is dit een Nederland waar jullie voor staan?
“Deze verhalen raken me en ik snap de zorgen goed. We leven in een heftige tijd met veel ontwikkelingen. En als daar nog bij komt dat je je werk kwijt kan raken, met alle gevolgen van dien, dat heeft dat een enorme impact. Een coronatoegangsbewijs op het werk grijpt diep in en ik heb daar grote zorgen bij. Want het kan niet zo zijn dat mensen die zich verantwoordelijk willen gedragen hun werk kwijtraken.
Ook hier ligt er een alternatief van de ChristenUnie: als de besmettingen in de werkomgeving zo hoog oplopen dat we wel iets móeten, zet dan in op het zoveel mogelijk testen van mensen, bijvoorbeeld een sneltest aan het begin van je werkdag. En dan natuurlijk nog alleen als de gezondheidssituatie dat op dat moment vereist en wat mij betreft kan dat ook alleen regionaal zijn in die regio’s waar het dan gewoon echt niet goed gaat.”
Hoe is het voor u om deze portefeuille te hebben? Hoe blijven jullie als fractie met frisse energie aan het werk, als je het bijna niet goed lijkt te kunnen doen?
“Het is best wel heftig. De besmettingen zijn torenhoog, de druk op de zorg is extreem en de polarisatie in de samenleving wordt alsmaar groter. Soms kan me dat echt wel aangrijpen. Tegelijkertijd motiveert het me om te zoeken naar wegen om recht te doen aan de heftige situatie in de zorg én ook aan de gevoelens in de samenleving.
Elke dag krijg ik heel veel mailtjes met vragen en zorgen. Maar ik krijg ook veel berichten dat mensen om ons heen staan en voor ons bidden. Dat kan me ontroeren. We mogen handelen in het besef dat God deze wereld niet loslaat en dat Hij ons één voor één ziet. En dat geeft me kracht om elke dag weer, op de plek die ons is gegeven, het goede te blijven zoeken.”