In 1980 ben ik in Eindhoven terecht gekomen voor mijn studie Elektrotechniek aan de TUE. Mijn opa was dominee en onze familie was lid van de Nederlands Gereformeerde Kerk (NGK). Ik ben nooit meer weggegaan uit Eindhoven of de NGK, dus je mag mij als meubilair van de kerk beschouwen. Vastgeklonken en vastgeroest. Toch kom ik wel om allerlei redenen op heel veel verschillende plekken.
Laat ik er maar niet om heen draaien: waar ik een hekel aan heb als consumptieve toehoorder in een dienst in welke kerk dan ook, is als de voorganger een Bijbeltekst leest en in de preek dat verhaal NOG eens een keer gaat vertellen, maar dan vooral heel uitgebreid. Ik vind dat een belediging van de intelligentie van de gemiddelde kerkganger en ik vind dat zij zich er dan veel te gemakkelijk van af maken. Alsof wij deze verhalen niet al zo vaak gehoord hebben? Zij zijn dan als een gids in een museum waar we elke week komen, die de tekst van de bordjes nog maar eens met veel omhaal van woorden voordraagt… sorry, maar dat kan ik zelf ook wel lezen en heb ik al honderd keer gedaan en gehoord!
Preken moeten geen zich telkens herhalende mantra’s zijn als bevestiging van de dingen die we toch al geloven. Waarom altijd maar netjes binnen de lijntjes kleuren? Dat is slaapverwekkend en brengt de gelovige gemeenschap in een roes. Vertel me iets dat ik nog niet weet, waar ik iets van kan leren! Maak me wakker. Gooi eens de knuppel in het hoenderhok, zodat iedereen kakelend opschrikt en we nog een tijdlang napraten om te bekomen van wat er allemaal gezegd is.
Gelukkig is het geheel sociaal acceptabel dat ik als columnist wel lekker ongezouten mag schoppen tegen van alles en nogwat :-). Dus dat doe ik hierbij dan maar.
Selectief
Bovendien wordt er vaak maar heel selectief gepreekt over Bijbelteksten. Ik zou wel eens een heatmap willen zien van de bijbel, waarin teksten waar nooit over gepreekt wordt felrood zijn en teksten waar het meest over gepreekt wordt kraakgroen. Dan kan je zien hoe selectief wij zijn en we eigenlijk een heel lief, romantisch evangelie prediken.
Ik vind dat theologen als archeologen moeten zijn. Wat doen archeologen? Die zijn dagen, weken, maanden en jarenlang bezig om schatten op te graven. Met borsteltjes vegen ze zand weg, om maar niet te beschadigen wat er mogelijk verborgen ligt. En als ze dan iets gevonden hebben, komt dat opgepoetst en geconserveerd in een museum te liggen, waar vervolgens duizenden mensen een hele korte tijd aan voorbij trekken en bewonderen wat gevonden was. Deze mensen kunnen en moeten niet allemaal met borsteltjes in de aarde wroeten om diezelfde schatten op te graven. Dat doen de archeologen.
Er zit zoveel rijkdom in voor iedereen, die je er met een oppervlakkige lezing en bespreking niet uithaalt. Je moet graven om eruit te halen wat erin zit… met een kwastje en pincetje desnoods.
EN zo moeten theologen, dagen, weken, maanden en jaren bezig zijn met de studie van de bijbel. De bijbel is niet een eendimensionaal plat boek. Het is niet alleen maar: lees dit verhaal of vers en leg uit hoe het op je over komt. De bijbel is een boek voor je hele leven vanaf dat je als kind kan praten tot aan het eind van je leven als oude van dagen en alle momenten daartussenin. Het is een boek voor alle volken en culturen over de hele wereld en gedurende het hele bestaan van de mensheid. Er zit zoveel rijkdom in voor iedereen, die je er met een oppervlakkige lezing en bespreking niet uithaalt. Je moet graven om eruit te halen wat erin zit… met een kwastje en pincetje desnoods.
Om een klein voorbeeld dichtbij huis te noemen: het boek Openbaring leunt voor tachtig procent op het Eerste Testament (ook wel Oude Testament genoemd, maar dat klinkt net alsof het er niet meer zo toe zou doen), waarbij soms hele stukken letterlijk geciteerd worden. En dus moet je je afvragen waarom. Wat betekent deze tekst bij die profeet en waarom haalt Openbaring dat aan? Om dat correct te doen moet je: studeren. Je moet de tekst, de verwijzingen, de verbanden bestuderen. En dan zie je op een gegeven moment wat er begraven ligt.
Meer huiswerk doen
Nog iets anders is dat wij leven in een tijd dat we de bijbel beter kunnen begrijpen dan ooit. Wij weten ZOVEEL meer dan Abraham, of Paulus. Alle kennis van de wereld kunnen we zelfs met een paar toetsdrukken bereiken. Het is aan de theologen om temidden van al die nieuwe kennis het relevante er uit te filteren en tot een beter begrip van de bijbel te komen dan ooit mogelijk was.
Dus theologen/voorgangers moeten studeren, graven, boeken lezen, discussiëren met collega’s enzovoorts. Zij moeten schatten opgraven. En die kunnen zij vervolgens in een preek van luttele minuten aan het grotere publiek voorleggen. Dat daar dan vervolgens niet alleen maar amen op kan zeggen om te beamen wat je toch al geloofde, maar ook kan zeggen: heh, dat wist ik niet, ik heb iets nieuws gehoord vandaag, ik heb iets geleerd, ik ben geïnspireerd. Of zelfs: ik ga dat thuis zelf eens nalezen, dat uitzoeken of daar meer over lezen.
Mijn oma zei het vroeger al tegen mij: een dag niets geleerd, is een verloren dag. En ik vul dan maar aan: een preek niets geleerd, is een verloren preek.”
Het mooiste dat een voorganger met zijn toespraak kan bereiken, is dat hij iets losmaakt en mensen prikkelend inspireert en tot een beter begrip van Gods Woord brengt en zo mensen dichter bij God brengt.
Mijn oma zei het vroeger al tegen mij: een dag niets geleerd, is een verloren dag. En ik vul dan maar aan: een preek niets geleerd, is een verloren preek. En daarom moeten voorgangers meer huiswerk doen.
Zo, dat moest ik even kwijt.
– – –
Deze (on)gezouten mening is van Peter Scheele. Hij studeerde Elektrotechniek aan de TUE en theologie aan de Bijbelschool te Heverlee. Hij maakte tv-programma’s voor de EO in de jaren negentig, publiceerde boeken over evangelisatie, evolutie en recentelijk over Openbaring, Hosea en Zacharia. Hij was 23 jaar getrouwd, is nu 16 jaar gescheiden, heeft drie getrouwde kinderen en is de trotse opa van acht kleinkinderen met de negende op komst.